Spelregels voor dammen
Het damspel is eenvoudig te leren voor iedereen. Hieronder volgen de regels om gezellig een spelletje te kunnen spelen. Vanzelfsprekend is een dambord met twintig schijven noodzakelijk. Het dambord bestaat uit 100 velden, verdeeld in een bord van 10 bij 10 vlakken. De velden zijn om en om licht en donker gekleurd. Jouw schijven moeten altijd op de donkere kleur staan, onafhankelijk van de kleur stenen die je gebruikt. Verdeel de schijven over de donkere velden, waarbij je op de achterste rij begint. De regel is dat wit altijd mag beginnen.
Slaan volgens de spelregels voor dammen
De regels voor dammen zijn in principe eenvoudig, het draait vaak om het gebruiken van een goede tactiek om te winnen. De regel is dat wit altijd mag beginnen. Daarna kan de eerste zet worden gedaan. Een zet houdt in dat je één steen mag verplaatsen, schuin naar links of schuin naar rechts. Bij dammen gelden de regels dat er alleen op de donkere vlakken wordt gespeeld. Een voorwaarde voor een zet is dat de plek waar je naar toe wilt ook leeg is. Daarom moet je met de eerste rij stenen beginnen. Om te kunnen winnen, moet je met jouw schijf die van de tegenstander slaan. Een slag betekent dat je over de schijf van de tegenstander springt. Wanneer je kunt slaan is dit verplicht! Een slag kan bestaan uit meerdere sprongen.
Zorg voor een dam
Wanneer je met jouw schijf de achterste rij van het speelbord hebt bereikt, krijg je een dam. Er wordt een schijf bovenop deze schijf geplaatst. Uiteraard heeft een dam bepaalde voordelen, namelijk dat je naar ieder diagonaal vrij veld mag gaan zolang er maar geen schijf van de tegenstander in de weg staat. Het spel is afgelopen wanneer iemand alle stukken van de ander heeft weggespeeld, of er geen mogelijke zetten meer zijn voor een speler.